Met 41 weken zwangerschap moet ik voor controle naar het ziekenhuis. Hier wordt het één en ander gecontroleerd. Er wordt onder andere gezien dat mijn placenta redelijk verkalkt is. Dit mag in de termijn waarin ik zit, maar toch maken we een afspraak voor het inleiden van de bevalling, met 41.4 weken zwangerschap.
Mijn vliezen worden gebroken
Dit is niet het geval, dus 30 september om 07:00uur melden we ons in het Vlietland Ziekenhuis op de afdeling verloskunde. Ik ga nu dus bevallen met de klinisch verloskundige en niet meer met de verloskundige van de Luiermand. We worden naar verloskamer 3 gebracht. Dit wordt dus de plek waar het gaat gebeuren. Met gezonde spanning installeren we ons. Eerst maken we een babbeltje met de verpleegkundige. Er zijn een verpleegkundige en verloskundige die deze dienst voor ons gaan zorgen. Mijn vliezen worden om 07:15uur gebroken door de verloskundige om te kijken of daar zonder medicatie reactie op komt. Het voelt gek, alsof je je plas niet kan ophouden. Maar die beruchte waterval heb ik niet gevoeld. Er wordt gelijk een sensor op Merijn zijn hoofdje geplakt, zodat hij goed in de gaten gehouden kan worden. Ook ik krijg twee banden om mijn buik. Een half uur later wordt er gekeken naar de weeën activiteit via de sensor op mijn buik. Af en toe is er een harde buik, maar er zijn weinig weeën te bekennen. Er wordt besloten een infuus aan te sluiten met wee opwekkers. Na de derde keer prikken zit het infuus erin en start de pomp. Nu gaat het dus beginnen!
Van ongeveer 8.00uur tot 11.30uur worden de weeën heftiger naarmate de pomp hoger gezet wordt. Zolang ik en de baby het nog trekken, gaat de pomp ietsje hoger. Rond 10.00uur komen ze kijken hoe het ervoor staat. Ik zit al op 6 centimeter ontsluiting. Dus in twee uur tijd ben ik 3,5cm opgeschoven. Ik lig wel een beetje verkrampt in het bed. Ik heb eigenlijk geen idee in hoeverre ik mag verliggen. Kan dat kwaad met die sensor op Merijn zijn hoofdje? Ik vraag het en dit is geen probleem. Ach ja, je weet het niet he! Inleiden is toch weer iets anders dan thuis of poliklinisch in het ziekenhuis. Maar goed, nog even zo door dus! Voorlopig kan ik nog kletsen en de weeën makkelijk wegzuchten. Puffen is er nog niet bij. Bob leest rustig een boekje en vraagt af en toe of hij wat kan doen.
Er gaat weer een tijdje voorbij en de weeën worden intenser. Met elke wee kijk ik naar de activiteit op het scherm van de sensor. Het voelt heftiger dan het op het scherm er uit ziet, stel ik me aan? Hoe heftig wordt het nog? Hoeveel centimeter moet ik nog? Ik moet nu wel echt de weeën wegpuffen, maar kan ook nog wel een beetje praten tussendoor. Bob is bij me komen zitten en masseert af en toe mijn rug als ik daar om vraag.
Wat een opluchting
Ineens komt er een moment dat het me te veel wordt (rond 11.30). Het gaat echt pijn doen. Ik druk op de bel, want ik kan niet meer. De verloskundige komt binnen en kijkt hoe ver het ervoor staat. 9 centimeter ontsluiting! Wat een opluchting, ik ben er bijna! Ze vraagt me naar het toilet te gaan, te plassen en te bellen als ik persdrang voel. Kunnen zij nog even snel eten. Ik ga tussen de weeën door met de infuuspomp naar het toilet. Af en toe even stil staan om de wee op te vangen. Heen een keertje, op het toilet een keertje en terug een keertje. Ik haal het weer veilig tot het bed. En ja hoor, de verloskundige is nog geen vijf minuten weg of ik voel persdrang, denk ik. Bob drukt op de bel en de verloskundige en verpleegkundige komen binnen.
Het persen kan beginnen! Nog maar heel even en je bent bij ons! Veertig minuten lang pers ik in reeksen van drie. Doe ik het goed? Pers ik te veel met mijn hoofd? Duw ik wel genoeg naar beneden? Ik voel weinig beweging al zeggen de meiden dat het goed gaat. Na veertig minuten raak ik een beetje uitgeput. Ik puf een perswee weg om even adem te krijgen en zeg dit niet. Ik zeg wel dat ik uitgeput raak. Ze gaan me helpen met een ‘knip’. In de volgende wee krijg ik een knip. Even later, om 12.20uur is de baby geboren. Ik had het nog niet eens door dat hij er al was, zo erg gefocust was ik op het persen. Ik pak hem aan en krijg hem op mijn borst. Wat zalig. Wat mooi, rustig en ademt goed. Bob en ik kijken geëmotioneerd naar het kleine hummeltje. Welkom in ons gezin, Merijn!